Art. 2 tot 38: te bepalen door de Koning en, uiterlijk, op 01/01/2009. Deze uiterste datum van inwerkingtreding werd achtereenvolgens uitgesteld tot 01/01/2011 door art. 141 van de wet van 24/07/2008 houdende diverse bepalingen (I) en tot 01/01/2013 door art. 4 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen (I). De oorspronkelijke machtiging van de Koning om de inwerkingtreding van de artikelen 2 tot 38 van de voorliggende wet te bepalen werd door artikel 16 van de W 31/12/2012 opgeheven. Dit laatste artikel vervangt immers artikel 39 van de voorliggende wet door een nieuwe bepaling die de inwerkingtreding van de artikelen 2 tot 38 van de voorliggende wet onmiddellijk stelt maar die echter de Koning zelf machtigt een voorafgaande datum van inwerkingtreding te bepalen wat betreft de artikelen 2 tot 10, 12, 13, 15 en 26 tot 38. De inwerkingtreding van de artikelen 2 tot 10, 12, 13, 15 en 26 tot 38 werd nog achtereenvolgens gewijzigd bij art 45 van de W 25/04/2014 en bij art. 20 van de W 19/12/2014; dit artikel 20 stelt de datum van inwerkingtreding uit wat betreft de artikelen 2 tot 10, 12, 13, 15, 26 tot 28 en 38: van 01/01/2015 tot 01/01/2017. Art. 2 tot 10: 01/01/2015 uitgesteld op 01/01/2017 (W 19/12/2014, art. 20) Art. 11: 01/01/2013 Art. 12 en 13: 01/01/2015 uitgesteld op 01/01/2017 (W 19/12/2014, art. 20) Art. 14: 01/01/2013 Art. 15: 01/01/2015 uitgesteld op 01/01/2017 (W 19/12/2014, art. 20) Art. 16 tot 25: 01/01/2013 Art. 26 tot 28: 01/01/2015 uitgesteld op 01/01/2017 (W 19/12/2014, art. 20) Art. 28/1 tot 37: 01/03/2014 (W 25/04/2014, art. 45) Art. 38: 01/01/2015 uitgesteld op 01/01/2017 (W 19/12/2014, art. 20)
van 01/01/2013
tot ...
Art. 4: de Koning kan wettelijke bepalingen wijzigen. De krachtens art. 4, tweede lid, 3°, genomen koninklijke besluiten die niet bij wet zijn bekrachtigd op de eerste dag van de achttiende maand volgend op deze van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, houden op uitwerking te hebben na het verstrijken van deze termijn (zie het laatste lid).