|
Article / Artikel 6Wet van 22 april 2019 tot wijziging van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen
| Chrono | | | Analyse | | | Parlement | | | Grondwettelijk Hof | | | Beroep RvS | | | Verdragen | | | Europa | | | Benelux | | | |
Directe wijzigingen aangebracht door dit artikel |
Remplace - Vervangt |
|
Inwerkingtreding : |
24/05/2019 |
Article / Artikel 146
1) Vervanging gedeeltelijk vernietigd bij AGrwH nr. 174/2019 van 13/11/2019: vernietiging van artikel 146, §2, 4°, c), van de "wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015", zoals het werd vervangen bij artikel 6 van de wet van 22 april 2019, maar enkel in zoverre het onmiddellijk van toepassing is op de artsen die afkomstig zijn uit derde landen die geen lid zijn van de Europese Unie, die, na een selectieprocedure, een aanvraag voor een bijzondere vrijstelling hebben ingediend om in het academiejaar 2019-2020 in België een beperkte klinische opleiding te volgen, overeenkomstig artikel 146 van de "wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015", zoals het van toepassing was vóór de inwerkingtreding van de voormelde wet van 22 april 2019, en van wie het dossier door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu volledig en ontvankelijk is verklaard vóór 24 mei 2019, namelijk de datum van inwerkingtreding van de voormelde wet van 22 april 2019.
2) De vervanging was al eerder gedeeltelijk geschorst bij AGrwH nr. 117/2019 van 13/08/2019: het artikel 146, § 2, 4°, c), van de wet 'betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015', zoals dit artikel werd vervangen bij artikel 6 van de W 22/04/2019, is geschorst "maar enkel in zoverre het onmiddellijk van toepassing is op de artsen die afkomstig zijn uit derde landen die geen lid zijn van de Europese Unie, die, na een selectieprocedure, een aanvraag voor een bijzondere vrijstelling hebben ingediend om in het academiejaar 2019-2020 in België een beperkte klinische opleiding te volgen, overeenkomstig artikel 146 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015, zoals het van toepassing was vóór de inwerkingtreding van de voormelde wet van 22 april 2019, en van wie het dossier door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu volledig en ontvankelijk is verklaard vóór 24 mei 2019, namelijk de datum van inwerkingtreding van de voormelde wet van 22 april 2019".
|
|
GecW |
10/05/2015 |
|
Directe wijzigingen aangebracht aan dit artikel |
Annulé - Vernietigd |
Pro Parte |
Inwerkingtreding : |
22/04/2019 |
Non précisé / Niet omschreven
Vernietiging van artikel 146, §2, 4°, c), van de "wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015", zoals het werd vervangen bij artikel 6 van de wet van 22 april 2019, maar enkel in zoverre het onmiddellijk van toepassing is op de artsen die afkomstig zijn uit derde landen die geen lid zijn van de Europese Unie, die, na een selectieprocedure, een aanvraag voor een bijzondere vrijstelling hebben ingediend om in het academiejaar 2019-2020 in België een beperkte klinische opleiding te volgen, overeenkomstig artikel 146 van de "wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015", zoals het van toepassing was vóór de inwerkingtreding van de voormelde wet van 22 april 2019, en van wie het dossier door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu volledig en ontvankelijk is verklaard vóór 24 mei 2019, namelijk de datum van inwerkingtreding van de voormelde wet van 22 april 2019 |
|
AGrwH |
13/11/2019 |
Suspendu - Geschorst |
Pro Parte |
Inwerkingtreding : |
16/08/2019 |
Non précisé / Niet omschreven
Schorsing van het artikel 146, § 2, 4°, c), van de wet 'betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015', zoals dit artikel werd vervangen bij artikel 6 van de W 22/04/2019, "maar enkel in zoverre het onmiddellijk van toepassing is op de artsen die afkomstig zijn uit derde landen die geen lid zijn van de Europese Unie, die, na een selectieprocedure, een aanvraag voor een bijzondere vrijstelling hebben ingediend om in het academiejaar 2019-2020 in België een beperkte klinische opleiding te volgen, overeenkomstig artikel 146 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015, zoals het van toepassing was vóór de inwerkingtreding van de voormelde wet van 22 april 2019, en van wie het dossier door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu volledig en ontvankelijk is verklaard vóór 24 mei 2019, namelijk de datum van inwerkingtreding van de voormelde wet van 22 april 2019". |
|
AGrwH |
13/08/2019 |
|
|
|
|
|
Grondwettelijk Hof - Beroepen en prejudiciële vragen |
7227 |
Schorsing |
117/2019 |
Gedeeltelijke schorsing |
7227 |
Vernietiging |
174/2019 |
Gedeeltelijke vernietiging |
|
|