Vernietiging van art. 27 van de W 25/12/2016, "in zoverre het, behalve in naar behoren gerechtvaardigde dringende gevallen, de verstrekking van de PNR-gegevens met het oog op een beoordeling achteraf, niet ongeschikt maakt aan een voorafgaande controle die wordt uitgevoerd ofwel door een rechtscollege, ofwel door een onafhankelijke bestuurlijke entiteit, naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van de bevoegde autoriteiten".
AGrwH
12/10/2023
Remplacé par - Vervangen door
Inwerkingtreding :
03/06/2019
Article / Artikel 6
De oorspronkelijke tekst van art. 27 van de W 25/12/2016 en de tekst van dat artikel zoals vervangen door art. 6 van de W 02/05/2019, verschillen enkel in de vervanging van de woorden "of in artikel 16/3 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst" door de woorden "in artikel 16/3 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst of in artikel 281, § 4 van de algemene wet inzake douane en accijnzen gecoördineerd op 18 juli 1977". Alzo wordt de nieuwe versie van art. 27 van de W 25/12/2016 mogelijks blootgesteld aan eenzelfde klacht als die welke heeft geleid tot de gedeeltelijke nietigverklaring van de oorspronkelijke tekst van dit artikel bij AGrwH nr. 131/2023 van 12/10/2023 "in zoverre het, behalve in naar behoren gerechtvaardigde dringende gevallen, de verstrekking van de PNR-gegevens met het oog op een beoordeling achteraf, niet ongeschikt maakt aan een voorafgaande controle die wordt uitgevoerd ofwel door een rechtscollege, ofwel door een onafhankelijke bestuurlijke entiteit, naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van de bevoegde autoriteiten".
W
02/05/2019
Grondwettelijk Hof - Beroepen en prejudiciële vragen
