De bekrachtiging kan als "volledig" maar tegelijk als "pro parte" worden beschouwd, in die zin dat alle bepalingen van "wetgevende aard" werden bekrachtigd, terwijl de bepalingen van "reglementaire aard" niet werden bekrachtigd. De bekrachtiging is dienvolgens volledig, behalve voor wat betreft: 1) de bepalingen onder art. XII.1, 43° tot 146°. Deze bepalingen bevatten immers aanpassingen in besluiten van de verwijzingen naar artikelen opgenomen in de codificatie. "Deze punten bij decreet bekrachtigen zou inhouden dat de aanpassingen in besluiten, een decretaal karakter krijgen en dat is helemaal niet de bedoeling." (Ontwerp van decreet 'aangaande de bekrachtiging van de codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs, gecodificeerd op 28 oktober 2016', Parl.St. Vl.Parl. 2016-17, nr. 985/1, 9); 2) art. XIII.1 dat de inwerkingtreding van BVR 28/10/2016 op 01/01/2017 bepaalt. Deze uitsluiting is zonder gevolg voor de bekrachtigde bepalingen omdat de bekrachtiging uitwerking heeft vanaf 01/01/2017 (zie DVO 23/12/2016, art. 5).
