01/01/2020 (art. 139, eerste lid): uiterste datum want de Koning kan evenwel voor iedere categorie van schuldvordering een vroegere datum van inwerkingtreding bepalen (art. 139, tweede lid).
Overgangsbepalingen: art. 138
(Brussels Hoofdstedelijk Gewest: OBHG 28/11/2019, art. 101: Overgangsbepaling van toepassing op de onroerende voorheffing, op de verkeersbelasting op de autovoertuigen en op de belasting op de inverkeerstelling. "De wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen heeft geen uitwerking ten aanzien van de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, zoals ze van toepassing zijn op de belastingen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 5°, 10° en 11° van de Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.")
van 01/01/2020
tot ...
1) Oorsprong van deze akte en advies van de Raad van State: het gestemde wetsvoorstel vindt zijn oorsprong in de tekst van een voorontwerp van wet waarover de Raad van State advies nr. 64204 verleende. U kan dit advies en het voorontwerp van wet raadplegen op de website van de Raad van State: http://www.raadvst-consetat.be/dbx/adviezen/64204.pdf#search=64204 http://www.raadvst-consetat.be/dbx/adviezen/64204/ontwerp
2) Art. 2: het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen staat onder dit artikel. Zie de bij deze wet bijgevoegde fiche: "Wetboek 13/04/2019".