1) Deze wijziging is van toepassing op de zaken die nog niet in beraad zijn genomen inzake de regeling van de rechtspleging door de kamer van inbeschuldigingstelling op de datum van de inwerkingtreding van dit artikel.
2) Deze wijziging is door het AGrwH nr. 148/2017 van 21/12/2017 vernietigd.
3) Handhaving van de gevolgen van het artikel 121 van de W 05/02/2016 ten aanzien van de beslissingen die op grond van dit artikel zijn genomen vóór de datum van bekendmaking van het voormeld arrest in het Belgisch Staatsblad.
W
04/10/1867
Directe wijzigingen aangebracht aan dit artikel
Annulé - Vernietigd
Inwerkingtreding :
05/02/2016
Non précisé / Niet omschreven
Handhaving van de gevolgen van het artikel 121 van de W 05/02/2016 ten aanzien van de beslissingen die op grond van dit artikel zijn genomen vóór de datum van bekendmaking van het AGrwH nr. 148/2017 van 21/12/2017 in het Belgisch Staatsblad.
"De handhaving, bij het arrest nr. 148/2017 van 21 december 2017, van «de gevolgen van de artikelen 6, 15, 17, 1° en 2°, 18, 1° en 2°, 19, 2°, 36, 121 tot 123, 151, 155 en 170, 2°, van de wet van 5 februari 2016 ten aanzien van de beslissingen die op grond van die bepalingen zijn genomen vóór de datum van bekendmaking van dit arrest in het Belgisch Staatsblad» dient aldus te worden uitgelegd dat de rechtscolleges die vóór 12 januari 2018 werden geadieerd krachtens beslissingen die op grond van die vernietigde bepalingen zijn genomen, als ook de rechtscolleges die in beroep of in cassatie uitspraak dienen te doen in diezelfde zaken, bevoegd blijven om die zaken te behandelen en daarbij de straffen kunnen uitspreken zoals ingevoerd bij de vernietigde bepalingen, zonder dat de duur van de vrijheidsberovende straf meer kan bedragen dan twintig jaar voor misdaden bestraft met twintig tot dertig jaar opsluiting en dertig jaar voor misdaden bestraft met levenslange opsluiting." (AGrwH nr. 28/2018 van 09/03/2018)
AGrwH
21/12/2017
Grondwettelijk Hof - Beroepen en prejudiciële vragen