Het decreet treedt in werking op 01/01/2019 (art. 609, eerste lid), met uitzondering van de bepalingen opgenomen in: - art. 609, tweede lid: 25/02/2018 (10de dag na bekendmaking); - art. 609, derde lid: 01/01/2018; - art. 609, vierde lid: 15/09/2018; - art. 609, vijfde lid: 14/10/2018; - art. 609, zesde lid: 01/01/2020; - art. 609, zevende lid: 01/01/2021; - art. 609, achtste lid: op een door de Vlaamse regering vast te stellen datum: gedeeltelijk uitgevoerd: wat betreft art. 153, derde lid: 01/01/2019 (BVR 06/07/2018, art. 69, BS 19/09/2018) en art. 603: 31/05/2018 (BVR 27/04/2018, BS 30/05/2018)
Opgelet: In bepaalde gevallen kan de Vlaamse regering op vraag van ofwel een gemeenteraad en/of een raad voor maatschappelijk welzijn, welbepaalde artikelen van het DVO 22/12/2017 in werking laten treden op 01/01/2019. Deze inwerkingtreding heeft voor de betrokken besturen (autonome gemeentebedrijven, gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn of welzijnsverenigingen) als gevolg dat andere bepalingen van het DVO 22/12/2017 in werking treden op 01/01/2019 of 01/01/2020 en dat bepalingen van andere decreten vanaf 01/01/2019 of 01/01/2020 niet langer van toepassing zijn (zie hiervoor art. 594, 597 en 608). Zie de volgende voorbeelden, waarbij DVO 22/12/2017 en BVR 30/03/2018 gedeeltelijk worden toegepast vanaf 01/01/2019: - MBVO 26/06/2018 'betreffende de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de autonome gemeentebedrijven en de welzijnsverenigingen die de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen toepassen vanaf 1 januari 2019' (BS 14/12/2018, ed. 1, p. 98826) en - MBVO 13/11/2018 (BS 14/12/2018, ed. 1, p. 98837).