I) Inwerkingtreding van de art. 2, 4°, 15, 31, 77, 79 en 80: dag van bekendmaking
Art. 2, 4°: de inwerkingtreding van deze bepaling diende oorspronkelijk door de Koning worden bepaald overeenkomstig art. 80 van deze wet. Deze wijze van inwerkingtreding werd echter door art. 3 van de W 12/01/2007 aangepast: art. 80 van deze wet, zoals gewijzigd door het voormelde artikel, stelt immers dat artikel 2, 4°, in werking treedt op de dag van zijn bekendmaking. Art. 15 en 31: dag van bekendmaking Art. 77, 1° en 2°: de inwerkingtreding van deze bepalingen was oorspronkelijk vastgesteld op de dag van de bekendmaking. Deze wijze van inwerkingtreding werd echter nadien aangepast: art. 80 van deze wet, zoals gewijzigd door het voormelde artikel 3 van de W 12/01/2007, stelt immers dat artikel 77, 1° en 2°, in werking treedt op een door de Koning te bepalen datum. Art. 77, 3°: dag van bekendmaking Art. 79 en 80: dag van bekendmaking
II) Inwerkingtreding van de andere bepalingen: te bepalen door de Koning
De voorliggende wet bepaalde oorspronkelijk, met uitzondering van de artikelen die in werking treden op de dag van hun bekendmaking, dat de Koning de datum vaststelt van Titel I (art. 1 tot 4), Titel II (art. 5 tot 14, art. 16 tot 30 en 32 tot 43), Titel IV (art. 56 tot 72) en van alle bepalingen van Titel V (art. 73 tot 76 en 78). Deze wijze van inwerkingtreding werd echter nadien aangepast met als doel de bevoegdheid van de Koning ter zake uit te breiden: art. 80 van deze wet, zoals gewijzigd door het artikel 68 van de W 05/08/2011, voorziet dat, met uitzondering van de artikelen van deze wet die in werking treden op de dag van hun bekendmaking, de Koning de datum van inwerkingtreding vaststelt van alle bepalingen van de voorliggende wet en dat Hij sommige van de bepalingen van deze wet van toepassing kan maken op de gunningswijzen die Hij aanwijst.
Titels I (art. 1, 2, 1° tot 3° en 5°, 3 en 4), II (art. 5 tot 14 en 16 tot 30 en 32 tot 43), III (art. 44 tot 55), IV (art. 56 tot 72) en V (art. 73 tot 76, 77, 1° en 2°, en 78): 01/07/2013 voor de overheidsopdrachten, de opdrachten en de concessies voor openbare werken die vanaf die datum worden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie of in het Bulletin der Aanbestedingen, alsook voor de overheidsopdrachten, de opdrachten en de concessies voor openbare werken waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of van een offerte (KB 02/06/2013)
Art. 2, 1° en 5° tot 12, art. 3, 1° tot 4°, 9° en 16° tot 21°, art. 5 tot 12, eerste lid, art. 16 tot 21, 27, 35, 38 en 39, 41 tot 43, 72bis tot 74 en 75, § 2: inzake de procedure van de concurrentiedialoog als bedoeld in de artikelen 3, 9°, en 27 van de wet 15/06/2006: 28/09/2011 (KB 12/09/2011, BS 23/09/2011, p. 60823)
Art. 2, 1° en 5° tot 12, art. 3, 1° tot 4°, 9° en 16° tot 21°, art. 5 tot 12, eerste lid, art. 16 tot 21, 27, 35, 38 en 39, 41 tot 43, 72bis tot 74 en 75, § 2: voor de andere procedures dan de concurrentiedialoog: 01/07/2013 voor de overheidsopdrachten, de opdrachten en de concessies voor openbare werken die vanaf die datum worden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie of in het Bulletin der Aanbestedingen, alsook voor de overheidsopdrachten, de opdrachten en de concessies voor openbare werken waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of van een offerte (KB 02/06/2013)
van 15/02/2007
tot 29/06/2017
Volledig opgeheven akte door de gecombineerde gevolgen van de artikelen 67, 1° en 4°, van de wet van 17/06/2016 'betreffende de concessieovereenkomsten' en 190 van de wet van 17/06/2016 'inzake overheidsopdrachten'. De inwerkingtreding van deze opheffingsbepalingen wordt bepaald door de Koning. Zie: 1) art. 190: "De wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 wordt opgeheven, met uitzondering van artikel 3, 12° en titel II, Hoofdstuk IV, afdeling III, onderafdeling V, van de wet van 15 juni 2006." (iwt.: 30/06/2017 (KB 18/04/2017, art. 131 en KB 18/06/2017, art. 129)); 2) art. 67, 1° en 4° (iwt.: 30/06/2017 (KB 25/06/2017, art. 77)): opheffing van de door art. 190 uitgezonderde bepalingen.